Downloaden Handleiding
Als de schemersensor actief is, met ingeschakelde dagrijlichten, is het niet mogelijk om het grootlicht continu te laten branden; alleen knipperen is toegestaan. Onder deze omstandigheden kunnen de koplampen worden ingeschakeld door de draaischakelaar naar te draaien en de hendel richting het dashboard te duwen; wacht anders tot de schemersensor een laag lichtniveau aangeeft (dimlichten aan). Bij automatische uitschakeling door de sensor, wordt eerst het dimlicht uitgeschakeld en enkele seconden later het stadslicht.